Zo vlak voor onze vakantie lijkt het een goed moment om te schrijven over bezinning. Wat betekent bezinning nu eigenlijk voor ons, voor mij? Waarom de naam ‘Het Bezinningshuis’?
Deze vragen zijn ons de afgelopen maanden nogal eens gesteld. En terecht! Want het gaat wel ergens over. Waar bezinning voorheen meestal werd geassocieerd met een kerkelijke achtergrond, is het steeds meer een term die voor iedereen toegankelijk is. Want de behoefte aan bezinning is er niet minder om geworden. Integendeel.
Wat is bezinning voor mij?
Bezinning betekent voor mij: stoppen, stilstaan, naar binnen kijken, kijken wat zich aandient, hoe is mijn innerlijke weerbericht?, onderzoeken hoe dat is ontstaan, en hoe is dat in verhouding tot mijn omgeving?. Het is naar binnen keren. Zelfonderzoek doen door letterlijk te stoppen en waar te nemen. Daar zit oordeel bij en dat is niet erg. Ook dat kun je constateren. Het is aanschouwen van een innerlijk proces en vervolgens kijken hoe dit zich verhoudt tot jouw omgeving en alles wat er gebeurt in jouw leven.
Waarom bezinnen op de dood?
Je kunt overal op bezinnen, maar voor mij is de ultieme bezinning, de bezinning op de dood. Op mijn eigen sterfelijkheid. ‘To be or not to be’. Shakespeare vroeg het zich al af. Hoe ervaar ik mijzelf? Wie of wat ben ik eigenlijk? En waar zit eigenlijk mijn essentie? Of zit dat wel ergens? Heb ik wel een essentie?
De meesten van ons herkennen wel dat spannende gevoel dat opkomt als je gaat nadenken over de oneindigheid van het heelal. Het universum. Heeft het een oorsprong en een eind. Zijn er grenzen? En als er grenzen zijn, wat is daar dan weer achter? De gemengde gevoelens van angst en fascinatie over het universum gaan, volgens mij, over de essentie van het ‘zelf’. De essentie van ons ‘zijn’ of niet ‘zijn’. Daar ligt een diepe stilte die onderzocht mag worden. Hoe spannend het ook is. Misschien niet om antwoorden te krijgen, maar wel om vele, mooie nieuwe vragen te stellen.
Ik weet dat ik dood ga, maar geloof het niet. Het is vreemd, maar de identificatie met de fysieke werkelijkheid van mijzelf is zo sterk dat ik mij niet kan voorstellen dat ik dood ga. Misschien moet dat ook wel zo zijn, omdat ik op die manier kan overleven in deze materiële wereld. Maar door het steeds onderzoeken van de diepere lagen van mijn wezen en het bezinnen op mijn (on) sterfelijkheid, kom ik stukje bij beetje dichter bij het geloof en de aanvaarding dat ook mijn (lichamelijke) dood ooit een feit zal zijn. Voor de mensen die weten dat ze binnen afzienbare tijd zullen gaan overlijden, kan dit een vorm zijn waarbij ze een klein stukje verlichting vinden in de nieuwe werkelijkheid waarin zij zich bevinden.
En zoals al eens eerder vermeld: De Dalai Lama mediteert vijf maal per dag over zijn eigen stervensmoment. Gewoon om goed voorbereid te zijn. Zo ver ben ik nog niet, maar het is een mooi streven. En ondertussen zorgt het bezinnen op de dood ervoor dat ik steeds intenser het leven leef en het nu ervaar in plaats van te verdrinken in de gedachte over oneindigheid.
Dood doet meer leven.
Fijne vakantie!