Op 8 november 1989 overleed mijn vader plotseling aan het eind van de middag op station Hilversum Noord aan een hartscheuring. Hij kwam zojuist van zijn werk.
In de periode voorafgaand was hij tijdelijk uit de running geweest vanwege een hoge bloeddruk en overspannenheid. Het ging juist weer beter met hem en hij was weer aan het reïntegreren.
Niets wees erop dat hij binnen afzienbare tijd het leven zou laten en zou overlijden. Hij was 54 jaar jong en stond nog midden in het leven. En toch ook weer niet. Hij was iemand die het leven dubbel en dwars leefde en er ook niet hele gezonde gewoontes op na hield.
Dus achteraf was het helemaal niet zo’n verrassing als je wat beter keek.
Helemaal niet toen we later hoorden dat hij zelf signalen had gegeven waaruit we konden opmaken dat hij zelf voelde dat de ‘kaars opbrandde’.
Bijzonder hoe vaak je hoort dat iemand signalen afgeeft over een naderend einde. Bewust of onbewust.
Het was voor mij een shock. Ik liep minutenlang als een kip zonder kop door de kamer.
Besef kwam er pas echt toen ik hem zag. Zo dood, zielloos en klein. Ik vond hem vooral klein terwijl het een man met veel charisma was.
Wekenlang heb ik gedroomd dat hij eigenlijk geheim agent was en dat zijn dood in scène was gezet in verband met een speciale missie. En allerlei varianten daarop.
Ik heb hem ook om mij heen gevoeld. Gelukkig! Meer dan eens. En dat gaf troost. Maar, lieve hemel, wat is er veel tijd nodig geweest om te wennen aan zijn afwezigheid. Aan een toekomst zonder vader. Héél gek en moeilijk.
Nu begrijp ik dat het zo moest gaan. De manier waarop, het moment. Ik heb er vrede mee.
Maar in deze tijd van palliatieve zorg, mensen die langdurig ziek zijn en we het hebben over het nemen van afscheid en het spreken over het bewustzijn rondom sterfelijkheid, worden vaak de plotselinge sterfgevallen en hun naasten vergeten. Terwijl circa 40% van de mensen plotseling overlijdt!
Goed om daar aandacht aan te besteden en ook die verhalen te delen! Ze zijn welkom hier.
Robin